Hét online Nederlandstalig Muziekarchief

12:15

Panelleden:

Corry Konings – artiest

Sieb Kroeske – onderzoek- en adviesbureau Perfect & More

Panelvoorzitter: Finbar van der Veen (journalist & mede-initiatiefnemer NLhitarchief)

Als Nederlanders mogen we best wat trotser zijn op Nederlandstalige muziek. Om meer aandacht te krijgen voor Nederlandstalige muzikaal erfgoed, hebben Sieb Kroeske en Finbar van der Veen hét online Nederlandstalig Muziekarchief samengesteld. Tijdens dit panel presenteren beide initiatiefnemers deze online databank, waarin 50 jaar Nederlandstalige muziek voor het eerst is verwerkt aan de hand van de Nederlandstalige hitlijsten.

Behalve een uitgebreid overzicht op de site, met informatie over de artiest, componist en tekstschrijver van elk liedje, release-informatie en hitlijstinformatie biedt het Nederlandstalige Muziekarchief ook nieuwtjes en opvallende feiten over Nederlandstalige hits. Voor nieuwe Nederlandstalige muziek is ook ruimte, middels een wekelijke publicatie over nieuwe Nederlandstalige singlereleases op Facebook en een bijbehorende Spotify-playlist.

Corry Konings

Speciale gast bij de presentatie is Corry Konings. Dat is niet zonder reden, zo wordt snel duidelijk. Kroeske: “Het archief toont alle hits vanaf 3 januari 1970. Dat zijn een kleine 1600 artiesten, met in totaal zo’n 1700 hits. Daarin springen er bij de mannen als bij de vrouwen twee mensen bovenuit.” In een een-tweetje met het publiek laat hij het publiek raden welke zanger en zangeres de meeste Nederlandstalige hits hebben. Bij de mannen is dat Marco Borsato, bij de vrouwen is dat Corry Konings.

De 68-jarige zangeres blijkt met maar liefst 75 hits in de lijst te staan. Solo, met de Rekels, of in duetten met o.a. Koos Alberts en Pierre Kartner. “Een afgetekende winnares, en dat blijft ze nog wel even” aldus Van der Veen. Kroeske geeft aan dat maar liefst 75% van de hits van mannelijke zangers komt en dat het jammer is dat het sekseverschil zo groot is.

Konings’ hit met de Rekels uit 1970, Huilen is voor jou te laat, stond destijds maar liefst 42 weken in de hitlijst. “We traden destijds overal in het land op en zagen het nummer als een barometer op en neer de hitlijst in gaan. Enorm spannend, maar we hadden vooraf nooit gedacht dat het zo’n grote hit zou worden.”

Gaat bijna vanzelf

De schrijver van het liedje is Pierre Kartner, met wie ze vaker samenwerkte, zoals voor Mijn stil verdriet, haar eerste grote hit met de Rekels. Hij is de componist met de meeste Nederlandstalige hits, gevolgd door John Ewbank. Wanneer Van der Veen Konings vraagt wat het geheim is om het een halve eeuw vol te houden als artiest, verwijst ze dan ook naar Pierre Kartner. “Het gebeurde gewoon. Soms ging het bijna vanzelf. Daar heeft Pierre een grote steen aan bijgedragen. Dan zei hij ‘ik doe nu jouw jasje aan’ en ging hij schrijven. Soms kwam daar een liedje uit dat ik niet bij mij vond passen. Nou, dan schreef hij een ander. Neem een liedje als Huilen is voor jou te laat. Drie akkoorden, een triest liedje. Of Mooi was die tijd, 21 weken in de top 40. Maar mensen pakken het vrolijk op. Dat de mensen het mooi vinden, is het belangrijkst.” Heeft ze zelf wel eens een liedje willen schrijven? “Nee” zegt ze resoluut. “Daar zijn anderen veel beter in. Ik vind het leuk om op te treden, daar heb ik nog steeds plezier in. Ik blijf zingen tot mijn stem het niet meer doet”.

50-jarig jubileum

Op de vraag van Van der Veen wat het geheim is achter haar lange carrière, vertelt Konings dat het nu lastiger is om in de top 40 te komen met Nederlandstalige liedjes. “Ik denk dat Marco Borsato en misschien Frans Bauer dat nog wel kunnen. Je hebt maar één liedje nodig dat de mensen aanspreekt. Wie weet ben ik dat, met mijn nieuwe single Nog een keertje overdoen. Dat zou mooi zijn, zo rond mijn 50-jarig jubileum.”

Dat moment grijpt Kroeske aan om, met verwijzing naar haar hit Rozen die bloeien, Konings te verrassen met vijftig rode rozen en presentator Steven Brunswijk de BumaNL Helden oeuvreprijs te laten uitreiken aan het icoon van de Nederlandstalige muziek.